“ Zij nu die zijn woord met vreugde aannamen, werden gedoopt en ongeveer drieduizend zielen werden er op die dag aan hen “ (Handelingen 2:41)
De doop is door Jezus ingesteld
“En Jezus … zei: Mij is gegeven alle macht in de hemel en op aarde. Ga dan heen, onderwijs al de volken, hen dopend in de Naam van de Vader en van de Zoon en van de Heilige Geest, hen lerend alles wat Ik u geboden heb, in acht te nemen. En zie ik ben met u tot de voleinding van de wereld. Amen.” (Mattheüs 28:18-20)
Vlak voor zijn hemelvaart heeft Jezus zijn discipelen de opdracht gegeven om het evangelie te verkondigen aan alle volken en om de mensen die tot geloof zouden komen te dopen. In het boek Handelingen lezen we hoe de discipelen deze opdracht uitvoerden.
De betekenis van de doop
Er zijn veel voorbeelden in de Bijbel aan te wijzen waarin er mensen gedoopt worden. Er zijn echter maar een paar Bijbelteksten die inhoudelijk iets duidelijk maken over de betekenis van de doop. Daar wordt duidelijk dat de waterdoop drie dingen uitbeeld.
Eerste beeld: Met Christus gestorven en opgewekt
Het eerste beeld wordt in twee Bijbelgedeelte beschreven: Romeinen 6:3-4 en Colossenzen 2:11-12
Romeinen 6:3-4
“Of weet u niet dat wij allen die in Christus Jezus gedoopt zijn, in Zijn dood gedoopt zijn? Wij zijn dan met Hem begraven door de doop in de dood, opdat evenals Christus uit de doden is opgewekt tot de heerlijkheid van de Vader, zo ook wij in een nieuw leven zouden wandelen.”
Colossenzen 2:11-12
11 In Hem bent u ook besneden, niet door mensenhanden, maar met de besnijdenis van Christus, door alles wat aards in u is af te leggen. 12 Toen u gedoopt werd bent u immers met Hem begraven, en met Hem bent u ook tot leven gewekt, doordat u gelooft in de kracht van de God die Hem uit de dood heeft opgewekt.
Hier wordt duidelijk dat de doop uitbeeld dat we met Christus gestorven en opgewekt zijn. Door de doop geven we aan dat we het oude leven zonder Jezus achter ons hebben gelaten en dat we een nieuw leven met Jezus zijn begonnen. De doop laat dus aan iedereen zien dat we ‘opnieuw zijn geboren’. Het beeldt de begrafenis uit van wie we voor onze bekering waren. “Daarom, als iemand in Christus is, is hij een nieuwe schepping: het oude is voorbij gegaan, zie alles is nieuw geworden.” (2 Korinthe 5:17).
Tweede beeld: De reiniging van de zonden
Het tweede beeld wordt ook in twee Bijbelgedeelten beschreven: Handelingen 2:38-41 en Handelingen 22:16
Hand. 2:38-41
Toen ze dit hoorden, waren ze diep getroffen en vroegen aan Petrus en de andere apostelen: ‘Wat moeten we doen, broeders?’ 38Petrus antwoordde: ‘Kom tot inkeer en laat u allen dopen in de naam van Jezus Christus om vergeving te krijgen voor uw zonden.
Handelingen 22:16
Sta op, laat u dopen en uw zonden afwassen onder aanroeping van de Naam van de Heere.”
Hier wordt duidelijk dat de doop ook de reiniging van onze zonden uitbeeld. Zoals het water het lichaam reinigt, zo zijn wij, toen wij tot geloof kwamen, van onze zonden schoongewassen door het bloed van Christus.
Derde beeld: Ledemaat worden van het lichaam van Christus op aarde (de gemeente, waar de plaatselijke gemeente een zichtbare gestalte van is)
Dit wordt beschreven in:
1 Korinthe 12: 13
Wij zijn allen gedoopt in één Geest en zijn daardoor één lichaam geworden; of we nu Joden of Grieken zijn, slaven of vrije mensen, we zijn allen van één Geest doordrenkt.
In de doop maken we zichtbaar dat we onderdeel zijn geworden van de gemeente. We zijn een ledemaat (lidmaatschap is hiervan afgeleid) en we erkennen in de doop dat we onlosmakelijk met andere gelovigen verbonden zijn, dat wij hen nodig hebben en zij ons. Samen mogen we gemeente zijn en Hem dienen in afwachting van het moment dat Jezus de gemeente zal thuishalen.
Voorwaarden voor de doop. Iedereen die gelooft!
Voor wie is de doop bedoeld? Wie mag er gedoopt worden? Op die vragen geeft de Bijbel een duidelijk antwoord. Dat antwoord staat bijvoorbeeld in het verhaal over de doop van de kamerheer uit Ethiopië
“En terwijl zij onderweg waren, kwamen zij bij een water. En de kamerheer zei: Kijk, daar is water; wat verhindert mij gedoopt te worden? En Filippus zei: Als u met heel uw hart gelooft, is het geoorloofd. En hij antwoordde en zei: Ik geloof dat Jezus Christus de Zoon van God is. En hij liet de wagen stilhouden, en zij daalden beiden af in het water, zowel Filippus als de kamerheer, en hij doopte hem.” (Handelingen 8:36-38)
Wanneer is het geoorloofd? “Indien gij met heel uw hart gelooft.” De doop is, ‘op geloof’. Als er geloof is, dan mag er gedoopt worden. Dat is ook precies zoals we het in het boek Handelingen zien gebeuren.